maandag 22 maart 2010

Bicycle Diaries Day 15-16: Wellington

Wellywood. Dat is de naam van mijn hostel. Er is niet echt een band met Hollywood en een gezellig is het al evenmin. Ik zit op een share room met 4, maar ik heb nog niet echt contact gehad met mijn kamergenoten. Die grote hostels zijn zo chaotisch en je legt meestal contacten in de gemeenschappelijke ruimtes, en aangezien er steeds enkele grote groepen zijn, meng je je niet echt in gesprekken. Geen probleem eigenlijk, ik heb er ook geen zin in op dit moment. Het is ondertussen al 16 maart, ik ben al bijna een maand in Nieuw-Zeeland en heb eigenlijk nog niet veel activiteiten gedaan zoals meerdaagse trektochten, caving, canyoning,... Maar dat zal nog wel volgen. Ik moet mijn doel voor ogen houden: eerst aan de gletsjers en het zuidelijk deel van het Zuidereiland geraken voor het winter is en dan kunnen de zotte dinges beginnen. Nu is het fietsen, rusten en ontspannen.


Luieren aan de dokken van Wellington, het kan

Wellington is een merkwaardige stad, zeker voor een hoofdstad. Er zijn zo een 400.000 inwoners en het stadscentrum is niet al te groot. Maar het mooie komt als je je een beetje buiten het stadscentrum begeeft naar een van de talrijke baaien of bosrijke heuvels. Je zou dan vergeten dat je eigenlijk in een stad bent. Deze stad is ook veel aangenamer dan Auckland: het is kleiner, iets minder druk en vele kleine restaurantjes en cafés die uitnodigen tot rondkuieren in de stad. En met mijn fiets is het heel gemakkelijk om veel te doen op 1 dag. Maar de eerste dag laat ik de fiets op stal.



De oude cablecar brengt je naar de top van de botanische tuinen

Een tripje met de must-do 'Cable Car' brengt me naar de top van de heuvel waarop de botanische tuinen liggen die gratis te bezoeken zijn en rustige wandelingen biedt. Mooi maar niet iets dat je moet gezien hebben in je leven. Voor de rest slenter ik wat door de stad. Ik eet een chocoladecake op een terrasje en de helft van de chocolade blijft weer in mijn baard hangen. Irritant, en als je op een druk terras zit en de mensen je aanstaren, dan wordt het zelfs genant. Het is ook heel winderig in Wellington en mijn haar staat in alle richtingen. Er is niks meer voor te beginnen. Als ik mezelf zie lopen in een groot etalageraam kan ik er niet meer onderuit, dit is geen zicht meer. Dat mensen nog tegen me praten? Of misschien denken ze dat ik een halve gare ben. Time for a change! Ik stap de eerste de beste barbershop binnen en vraag om mijn baard te trimmen en haar te knippen. Wat een wereld van verschil als de kapper klaar is. Ik zie er meteen een paar jaar jonger uit. Oordeel zelf maar!


Voor het geval het niet duidelijk moest zijn, links is voor en rechts is na het bezoek aan 'the barber'



Op de zonnewijzer in de botanische tuinen moet je zelf als wijzer fungeren en hangt de plaats waar je moet staan of van de periode van het jaar. En het werkt redelijk nauwkeurig

Ik ben niet de enige die vindt dat ik er jonger uitzie na mijn verfraaiingsbeurt, in de supermarkt denken ze er net zo over. Wanneer ik 's avonds mijn boodschappen doe en een kratje bier koopt wordt dat wel heel duidelijk. In Nieuw-Zeeland is 18 jaar de minimumleeftijd om drank te kopen. En ze vragen nogal snel aan jongeren om hun paspoort te tonen, maar mij was dat nog nooit gevraagd. Tot nu dan. De kassierster vraagt me om mijn paspoort te tonen. Ik kan mijn lach niet inhouden en zeg: “You don't believe I'm over 18?”. Maar ze kan niet echt lachen en ik geef mijn Belgisch paspoort. Ze kijkt er naar: “You are from 1980?”. Dat gelooft ze helemaal niet en ze roept haar overste erbij. Nu moet ik nog harder lachen omdat ik besef dat dit allemaal te wijten is aan een scheer- en knipbeurt. Haar baas kijkt even naar mijn paspoort en het is meteen in orde. De vrouw blijft me serieus aanstaren terwijl ik blijf lachen. Ze is niet echt een lachebek en ik zal me maar snel uit de voeten maken.



De rozentuin in de botanische tuinen

Om niet in de ongezellige backpackers te moeten zitten ga ik 's avonds naar de cinema om 'Shutter Island' te bekijken. Ik ben wat vroeg en zit zo goed als alleen in de zaal. Leuk, denk ik en ik zet me op een goeie plaats. Maar het is nog een half uur en na mij blijft het volk maar binnenkomen en blijkbaar zijn de zitjes genummerd en willen de meeste Kiwi's zich houden aan het zitje dat hen is toegewezen op het ticket. Ik heb dit natuurlijk niet door en zit dus waarschijnlijk op de verkeerde plaats. Voor ik het weet ben ik volledig omsingeld en al veel mensen hebben zich moeten verzetten door heikneuters die per se op hun plaatsje willen zitten. De mensen naast mij weten ook dat ik niet op mijn plaats zit want ik zit op de hunne (gniffel gniffel), en ze kijken me ook voortdurend aan als er mensen op onze rij hun plaats opeisen alsof ze willen zeggen: “Het is zijn fout, hij zit niet op zijn plaats”. Maar ik heb mijn ticketje al weggegooid en heb geen flauw idee wat mijn eigenlijke plaats is, dus ik neem mijn zakdoek en doe alsof mijn neus bloedt. En dat werkt. Ik kan blijven zitten en van de film genieten, alleen spijtig van het babbelwijf achter mij dat het nodig vindt om telkens tegen haar vriend te zeggen wat er gebeurt, en haar vriend is niet eens blind en spreekt Engels. Heel irritant, ik zou haar wel willen muilkorven, maar heb dat niet echt in mij om zo wildvreemden terecht te wijzen. Gelukkig vindt de man naast mij het ook heel enerverend. Na een kwartiertje op zijn stoel schuifelen is hij het beu en maakt hij er korte metten mee. Dank u wel, meneer de schuifelaar!



Nog enkele sfeerpics uit de botanische tuinen

Mijn tweede dag Wellington ga ik niet in het centrum doorbrengen. De meeste mensen brengen in Wellington een bezoek aan het grootste museum, Te Papa, dat volledig gratis is. Maar museums spreken mij op dit moment niet aan. Het is hier nog zomer en daar moet je van profiteren. Ik ga nog een fietstocht maken langs de rotskust aan de andere kant van Wellington, naar de wat afgelegen Red Rocks en de Seal Conservation Area. Misschien zie ik wel een zeeleeuw. Ik rijd enkele kilometers door de stad en als ik bijna aan de kust ben stop ik aan een winkeltje om het nodige water in te slaan. Er passeert een clochardachtig type met een mountainbike aan de hand. Hij doet me denken aan zakskesman van Gent, maar dan met een gele plastieken vissersvest aan. Hij spreekt me aan en ik ontdek al snel dat hij ook Nederlands kan spreken. Hij is vijftig jaar geleden met zijn ouders naar Nieuw-Zeeland geïmmigreerd en spreekt dus heel gebroken Nederlands. Hij is heel ecobewust en vertelt over allerlei types nieuwe fietsen en ecologische gebouwen, en om dat te staven heeft hij allerlei kranteknipsels bij de hand, of eerder op de buik. Hij geeft namelijk de indruk een buikje te hebben, maar dat is enkel te wijten aan de vele zakjes die hij onder zijn hemd heeft zitten, zakjes met allerlei krantennknipsels. Hij is echt een soort zakjesman. Na een half uur is hij uitgepraat en hij concludeert met de prachtige woorden: “Zo, dat weet je dan ook allemaal weer en kan je eens over denken!”. Dank u wel, zakskesman.

De weg langs de kust naar de Red Rocks eindigt al snel op een parkeerplaats en gaat verder als een grindbaantje dat wel nog berijdbaar is met mijn fiets. Ik fiets meer dan 5 km langs deze ruwe kust, vlak naast de branding, en er is geen mens te zien, geen enkele wandelaar of fietser. Zo dicht bij de hoofdstad en toch in zo een ruwe natuur en alleen. Hoe is het mogelijk. Zie je je al 5 km rijden uit het centrum van Brussel en in bergen en rotskusten belanden zonder één levende ziel rondom je? Zalig! Ook al waait het heel hard en ga je niet snel vooruit, het is zeker de moeite waard. Heel vreemd dat niemand anders dit doet. Wel spijtig dat ik geen zeeleeuw gezien heb. Enkele sfeerbeeldjes misschien:





Hoge golven door de sterke wind


The Red Rocks

De fietsroute langs de kust

Des avonds heb ik voor het eerst contact met andere mensen uit mijn hostel, en dit tijdens het koken van een alweer superbe maaltijd. Een Zweedse dokteres en een Zwitser die samen rondreizen. En we hebben een gelijklopende muzieksmaak. Eindelijk kan ik nog eens met iemand over muziek praten nu mijn muziekmaatje niet meer bij mij is.

Het meest toepasselijke nummer voor dit bericht is er heel toevallig nog eens eentje van mijn favoriet Pavement, maar dit kon ik niet laten liggen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten