dinsdag 4 januari 2011

Los Dientes de Navarino

Isla Navarino, een Chileens eiland ten zuiden van Ushuaia, dus ten zuiden van het reusachtige Argentijnse eiland Tierra Del Fuego. Dit is het meest zuidelijke bewoonde eiland en hier kan je een trekking van 3 tot 5 dagen maken. De trekking is genoemd naar de bergketen die het eiland in twee ongelijke delen verdeelt: Los Dientes de Navarino. De keten scheidt het kleine, noordelijk, bewoonde deel van de ijskoude winden die over het vlakke zuidelijke deel waaien. Deze bergen zijn de laatste uitloper van de Andes met toppen tot 1200m. Niet meer zo uitermate hoog, maar dat betekent niet dat de trekkings er makkelijker op worden of de omgeving minder dramatisch is. Verre van zelfs!
Na een nachtje in een hostel in Puerto Williams, het enige dorp op het eiland, zijn Sarah en ik klaar om de laatst van een reeks trekkings in Patagonia aan te vatten. Sarah twijfelde lang om deze meerdaagse trekking aan te vatten wegens problemen aan de rug door de zware trekking in Torres del Paine. Maar ze kan het zicht vanuit Puerto Williams op de wenkende bergen niet weerstaan en beslist op het laatste moment toch mee te gaan. Om haar wat te ontlasten neem ik het overgrote deel van het gewicht in mijn rugzak, zoals de gehuurde tweepersoonstent en voedsel voor vijf dagen. Alles is klaar voor de laatste uitdaging van Patagonia, en naar wat ik heb gehoord zou dit best wel eens het hoogtepunt kunnen worden. Ik ben nieuwsgierig!

De trekking start met de onmenselijke steile klim naar de top van Cerro Bandera, een klim van 80m naar 650m. Je kan moeilijk spreken van een pad, want je loopt gewoon recht de berg op. Sarah illustreert even hoe steil het is. Deze klim weegt zwaar door, vooral omdat ik weer meer dan twintig kilo draag en bij dergelijke klim is dat afzien. Op bepaalde momenten moet ik om de vijf minuten stoppen om de benen even te ontlasten. We hebben het allebei lastig en vrezen meteen dat we dit onderschat hebben en de inspanningen van de laatste weken misschien iets te hard beginnen doorwegen. We denken er over om er misschien een dagtrekking van te maken want als het zo blijft verder gaan dan wordt het onmogelijk om drie dagen of meer te stappen. De moraal zakt dus even bij deze eerste beproeving

Na meer dan een uur zwoegen en zweten op de steile flank van Cerro Bandera bereiken we eindelijk de top, gekenmerkt door de grote Chileense vlag (bandera in het Spaans) op de top. Vanop de top hebben we een mooi uitzicht over Puerto Williams en het Beagle Kanaal, de zeestraat tussen Tierra Del Fuego en Isla Navarino

De top van Cerro Bandera is niet echt een piek, maar eerder een plateau. Dat ziet er al beter uit, even wat makkelijker stappen en bekomen van de klim

Een echt duidelijk pad is er niet op de dit plateau, het is steeds zoeken naar aanduidingen zoals deze stok in een hoopje stenen. We behouden wel het uitzicht over het Beagle Channel

Het makkelijkere stapstuk is van korte duur. Wanneer we de vallei achter de Cerro Bandera zien moeten we langs een steile bergflank stappen met af en toe wat klimwerk. Het pad verliezen we soms en dan is het klimmen op de bergflank.

We lopen op de flank hoog boven een vallei gevuld met meertjes en de besneeuwde Dientes op de achtergrond. Adembenemend mooi en het vele klimwerk meer dan waard. Het is wel steeds oppassen geblazen want een misstap kan je duur komen te staan op de steile met stenen bezaaide bergflank

Plots doemt er een reusachtige vogel naast ons op: een condor. Hij bekijkt ons even en neemt hoogte. Ik kijk omhoog en zie dat ze met zijn drieën zijn

De condors blijven rond ons cirkelen en komen regelmatig heel dicht. Sarah en ik zetten ons even neer om ze te aanschouwen. Bij momenten vliegen ze tegen de wind in en blijven naast ons op een drietal meter hangen terwijl ze ons bekijken. Indrukwekkend! Wat een reuzen! Wat een klauwen!

Sarah is er niet gerust in, maar ik denk dat we iets te groot zijn om als prooi te dienen voor de condors. Deze beestjes zijn volgens mij gewoon aan het spelen.

Meer dan een half uur vliegen de condors op en af en houden ze ons nauwlettend in de gaten.

Wat een spektakel in deze ongerepte natuur, en geen levende ziel in de verste verte te zien

Wanneer de condors uitgespeeld zijn, zetten we onze tocht boven de vallei verder tot we dalen naar het laatste meer in de vallei

Voorbij het laatste meer beginnen we aan de klim naar de eerste echte pas van de trekking, steil omhoog door een rivierbedding

We klimmen hoger en hoger. Hier een terugblik op de vallei tijdens de klim

Het is steeds zoeken naar markeringen van het pad, een echt duidelijk voorgestapte weg is er niet. Hier is dit een hoopje stenen in de sneeuw

Linksboven in de foto zien we de pas van 880m. We lopen tussen de ruwe toppen van de Dientes

De laatste meters door de sneeuw naar de pas

De eerste pas is bedwongen, maar er waait een felle en ijskoude wind. Sarah wordt verschillende keren bijna weggeblazen door de hevige rukwinden en moet af en toe op de grond gaan liggen om niet weg te vliegen

Meteen naar beneden naar het ijsmeertje in deze kleine vallei om dan naast het meer rechts weg te draaien naar de volgende pas van 800m

Het is doorzetten door de sneeuw en wind naar de tweede pas

Vanop de tweede pas zien we voor het eerst het vlakkere zuidelijke deel van Isla Navarino en in de verte zelfs enkele van de meest zuidelijke eilanden van Zuid-Amerika, zoals Isla Wollaston

Afdalen van de pas naar een andere vallei van de Dientes langs verschillende blauwe bergmeertjes

We moeten weer verschillende sneeuwstukken doorkruisen bij het afdalen langs de bergflanken. Altijd opletten, want je weet nooit hoe ijzig en glibberig deze stukken zijn, of dat er water onder zit en de sneeuw te zacht is. Op dit stuk slippen we allebei en glijden naar beneden. Net op tijd kan ik de voeten weer in de sneeuw stampen om ons te stoppen, want iets lager eindigt de glijbaan in een ijzig meer en dat zou allesbehalve aangenaam zijn

We dalen af na de tweede pas tot een groter meer met een kleine moerrassige vlakte errond. Hier moeten we zoeken naar een plaatse om te kamperen, want in tegenstelling tot voorgaande trekkings zijn er geen vooraf aangeduide campings. Hier moet je in het wild kamperen en zelf een plaatsje zoeken

We vinden een klein open plaatsje tussen de lage struiken, net groot genoeg om onze tent er tussen te plaatsen en beschut van de wind te zitten

Aan dit meer merk je voor het eerst de schade die de bevers hier aanrichten. Deze zijn hier ooit geintroduceerd vanuit Canada. Waarom? Geen idee, maar ze hebben geen natuurlijke vijanden op dit eiland en kunnen dus ongestoord hun gangetje gaan. Op sommige plaatsen levert dit een catastrofaal zicht op van een massa dode bomen. De jacht op de bever is dan ook open verklaard, maar het is me een raadsel wie ze gaat doden, want we hebben de hele dag niemand gezien en vallen zie ik ook nergens

Wanneer we de volgende ochtend opstaan ziet het landschap er plots anders uit: het heeft 's nachts gesneeuwd. Ondertussen ben ik er al aan gewend dat het regelmatig kan sneeuwen in de Patagonische lente

Het blijft de hele ochtend hevig sneeuwen en waaien. Alles zit potdicht, we zijn in een sneeuwstorm terechtgekomen. In dit weer wordt het nog een stuk moeilijker om het slecht aangeduide pad te vinden, maar dit alles maakt het nog wat avontuurlijker. Hier kan ik van genieten, ik ben blij dat we van alles een beetje krijgen op deze trekking. Sarah lijkt het iets minder leuk te vinden, maar ik kan op haar inspreken en haar oppeppen om door te gaan. Veel keuze hebben we niet, want we zitten bijna halverwege de afstand, dus terugkeren is niet echt een optie.

Patagonia staat bekend om zijn grillen en ook vandaag wordt dat bewezen. Na meer dan een uur wandelen in een sneeuwstorm klaart de hemel op in een mum van tijd. Plots is het weer echt lenteweer. Daar rekende ik een beetje op, maar ik weet ook dat het op elk moment terug kan keren in de slechte zin. Je moet hier op alles voorbereid zijn, want het weer verandert daadwerkelijk van uur tot uur

De eerste pas van de tweede dag levert alweer een spectaculair zicht

We lopen langs enkele meren maar hier is het pad wel heel slecht aangeduid. We vinden al een tijdje geen markeringen meer en de herkenningspunten op de kaart zijn ook niet echt duidelijk. We lopen een klein uurtje verloren en moeten uiteindelijk een stuk terugstappen. Na wat zoeken en heuvels beklimmen om een spoor of een markering te zien, vinden we het pad terug. Je merkt dat dit geen populaire trekking is en er nauwelijks mensen over dit pad hebben gelopen, want je ziet het niet

Terug op het pad met enkele Dientes op de achtergrond. Dientes is het Spaans voor tanden, en deze bergen maken duidelijk vanwaar de naam komt

Na twee kleinere passen op deze tweede dag volgt er op het einde nog een van meer dan 800m. Alweer een steile klim recht omhoog op een modderige bergflank. Veel slippen en sleren...

... en omhoog trekken aan takken en struiken. Enige klimkunst is meer dan welkom

Niet eenvoudig die steile klimmen, maar het voordeel is dat je je al snel hogen boven de vallei bevindt

Na het lastige stuk komen we op een breed plateau boven op de berg terecht. We denken dat we er al zijn en dat in de verte de top van de pas ligt

We beginnen te stappen van steenhoop naar steenhoop en laten een prachtige vallei achter ons, maar dit plateau lijkt wel eindeloos lang. Telkens we denken dat we aan de top zijn, opent er zich een nieuw plateau

Tot we aan deze markering komen aan het einde van het plateau

Hier stopt het plateau en is er een diepe val naar beneden. Op de foto kan je moeilijk zien, maar vanop de rand lijkt het als een onoverkomelijke afgrond. Hoe gaan we hier ooit naar beneden raken?

Het is mogelijk, maar het eerste stuk is niet voor hartlijders. Eens we echter in een stuk met kleine steentjes en grind terechtkomen is het mogelijk om snel en recht naar beneden te stappen en je bij elke stap in de grond te laten zakken

Eens beneden in de kom, naast het bergmeer, kunnen we terugkijken op de onwaarschijnlijke afdaling die we gemaakt hebben. Dit was ongetwijfeld het spectaculairste stuk van de trekking

We lopen naar het eind van het meer om daar kamp op te slaan, want het is al heel laat. De tocht over de laatste pas heeft veel tijd in beslag genomen en het is al bijna 21u. Het zal weldra donker worden

Wat een plaats om te kamperen! In een bergkom, net naast een pracht van een meer en de rivier die eruit vertrekt, op de rand de riviervallei die naar beneden valt richting zee. Het is wel ijskoud met een strakke wind

Omdat we de tweede dag zo lang was en we de moeilijkste stukken in een keer hebben afgelegd, is de derde en laatste dag een korte en simpele. Het pad is zoals steeds onduidelijk, maar we zien de zee en daar moeten we naartoe. In het begin vinden we het pad nog met wat spoorzoeken, maar eens we het volledig kwijt zijn dalen we gewoon verder door het bos richting zee, tot we aan de weg uitkomen. Dan moeten we nog 8km stappen tot Puerto Williams, maar we hebben geluk want na 3km komt er eindelijk een auto voorbij en die geeft ons een lift.

Deze trekking was ongetwijfeld de meest avontuurlijke en indrukwekkende die ik gemaakt heb. Het parcours was af en toe gevaarlijk, veel klimmen en dalen, ruw weer, maar wat vooral opviel was de afzondering. Er leven niet veel mensen op het eiland en toeristen vinden moeilijk hun weg naar hier. Op die drie dagen zijn we niemand tegengekomen, nul, zero, nemo! De enige compagnie die we gehad hebben waren de gigantische condors, een ontmoeting die deze trekking nog indrukwekkender maakt! Deze drie dagen zal ik nooit vergeten, want dit soort trekkings zijn mijn favoriete: ver weg van alles in pure, ruwe en ongerepte natuur! Om dit nogmaals te illustreren sluit ik zoals steeds af met enkele panorama's:







Twee nummertjes om dit lange blogbericht af te sluiten. Het eerste is er eentje ingegeven door het onvindbare pad. Je moet tijdens de Dientes zelf je weg zoeken, zoveel is duidelijk. Het tweede is er eentje voor de Dientes zelf.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten