zaterdag 7 augustus 2010

Bicycle Diaries Day 109-111: Havelock-Picton-Wellington-Masterton: bus-boat-train days

Door de lekke band moet ik noodgedwongen 's ochtends de bus nemen om de laatste 30km tussen Havelock en Picton te overbruggen. Spijtig, geen laatste overnachting in Juggler's Rest hierdoor, iets waar ik eigenlijk wel had naar uitgekeken. Maar de ferry is al betaald en ik kan dat geld moeilijk wegsmijten. De busrit is saai, je ziet eigenlijk niet veel vanop een bus en ik ben dus heel blij dat ik voor mijn fietstocht heb gekozen. Ik ben al snel in Picton en neem deze keer de 'Bluebridge' ferry: de iets goedkopere, minder bekende maar zeker niet minderwaardige maatschappij. De bus smijt ons natuurlijk af aan de terminal van de grote maatschappij waardoor ik nog een ommetje mag maken met die loodzware fiets met lekke band.

Het wordt nog een specialleken om op de boot te geraken met die fiets want ik moet er op eigen kracht opfietsen, hetgeen niet zo eenvoudig is met een volgeladen fiets voorzien van ene platten band. Ik moet de passagiersbus volgen als die de ferry oprijdt. Mijn plan is om mijn band op te pompen als de bus vertrekkensklaar staat. Eens mijn band opgepompt is heb ik zo een kleine minuut vooraleer hij weer te plat is om te fietsen. Spannend en ook een beetje belachelijk zicht eigenlijk. Iedereen zit op de bus naar me te kijken terwijl ik die band vliegensvlug probeer op te pompen met mijn klein fietspompke. De band is opgepompt maar er staat nog een trezeke die haar boardingpas niet vindt. De bus vertrekt dus nog niet en de band loopt alweer leeg. Ja, zo zal het niet lukken. Ik herken ze, het is dezelfde onhandige kluns die een half uurtje mijn fiets met alle bagage erop omverliep. Hoe ze die niet had zien staan, dat weet niemand. En nu staat ze hier weer te prutsen. Het duurt te lang en ik mag er al weer beginnen bijpompen. Het wordt dus nog belachelijker. Maar enifn, ze geraakt dan toch op de bus. Nu in volle spurt achter die bus aan. Het lukt nipt, ik geraak tot op de boot via de voertuiglaan. Oef, ik kijk al uit naar straks wanneer ik van de boot moet in de drukkere haven van Wellington.


De ferry vertrekt uit Picton. Bye bye zuidereiland!

Das boot is al een bisschen oud

De boottocht duurde langer dan ik me kon herinneren.Ik kom maar na 18u aan in Wellington en kan mijn plan om meteen naar een fietswinkel te gaan voor een nieuwe band, opbergen. Nieuw plan: het dichtsbijzijnde hostel bij de haven zoeken en morgenvoormiddag een nieuwe band te halen. Ik slaap in een groot en ongezellig hostel nabij de terminal. Mijn kamergenoten zijn blijkbaar op stap en ik besluit hetzelfde te doen. Ik ga de stad in om iets te eten en eindig daarna in een Ierse pub waar een groepje het beste van zichzelf geeft. Op zijn Iers, voorzien van viool, spelen ze standards en coversongs. Er hangt een goeie ambiance. Spijtig dat ik hier alleen ben, het zou hier anders een zwaar avondje kunnen worden. Maar ik kan ondertussen wel op televisie met veel leedvermaak live zien hoe de Duitsers op hun bek gaan tegen de Serven. Serven brengen dan toch geluk...

De volgende ochtend blijf ik wat langer liggen, want de Guiness heeft zich toch wat op mijn maag gezet. Ik zal maar al een extra nacht boeken, want tegen de tijd dat ik uit bed ben, een fietswinkel heb gevonden en terug ben, omgekleed ben en bagage op de fiets heb geplaatst kan ik misschien nog een uur of twee rijden. Dan liever op het gemak nog een dagje doorbrengen in Wellington. Ik vind een goede fietswinkel waar ik enkele nieuwe binnenbanden koop en vertel over wat er gebeurd is. Ze kennen de fietswinkel (als dat al het correcte woord is voor die zaak in Auckland) waar ik mijn fiets heb gekocht en zeggen dat het prutsers en oplichters zijn. Ze hebben regelmatig toeristen over de vloer met fietsproblemen komende van die zaak in Auckland. Ze doen daar blijkbaar niet liever dan oude onderdelen van fietswrakken recupereren en die als nieuw monteren op andere fietsen. Dat vraagt om problemen natuurlijk. Ik verschiet helemaal niet van wat hij zegt, dit is wat ik ook ondervonden heb.
Maar oké, no use crying over spilt milk. Mijn band is gemaakt (heb er ook een nieuwe buitenband opgestoken, want dat werd ook tijd) en ik sta nu in het centrum van Auckland met een voorwiel in de hand. Ik ben te lui om terug te keren naar het hostel buiten het centrum en dan weer te stappen. Ik loop dan maar de hele dag rond met dat wiel en neem het ook mee op restaurant. Ik krijg wat eigenaardige blikken en kinderen die aan hun moeder vragen: 'Mammie, why does that man have a wheel?'. Ik vind het best grappig. Een dagje Wellington, gezellig ik met mijn wiel. Wat een mooie dag. En je weet wat het spreekwoord zegt: met een wiel als compagnon, heb je een mooie dag in Wellington.
's Avonds doe ik eerst nog een schuchtere poging om iemand te vinden om uit te gaan, maar ik geef al snel op en eindig in bed met een filmpje. Des te beter, morgen fietsen dan maar.

Het regent pijpestelen en ik zie er al tegen op om te vertrekken. Maar toch ga ik het erop wagen, ik kan niet te lang blijven hangen als ik op tijd met mijn zus wil afspreken rond Taupo. Voortmaken dus. Om de drukte van het verkeer te vermijden kan ik misschien de trein nemen uit Wellington, en met dit weer misschien wel tot in Masterton, 60km ten noorden van Wellington. Dan is al het zware verkeer achter de rug. Maar ik heb pech, het is zondag en er rijden maar twee treinen in die richting op de christelijke rustdag. De eerste heb ik net gemist en de tweede is maar om 18u. Ja lap, fietsen dan maar zeker. Vol goeie moed fiets ik door de plensende regen langs immens drukke wegen. Er zijn maar twee mogelijkheden in deze richting: via de motorway waarop geen fietsers zijn toegelaten of via de highway. Deze is gevaarlijk druk: twee lanen in beide richtingen en zo goed als geen pechstrook waarop je kan fietsen. Ik fiets dus deels op de eerste rijstrook. En de wagens zoeven me voorbij. Na een uurtje fietsen ben ik kapot. Geen seconde op mijn gemak en de regen is al door mijn regenvest gedrongen. In de eerste suburb, Lower Hut, besluit ik het treinstation op te zoeken om daar dan in de buurt in een bar te wachten op de trein van 18u. Ik kan daar misschien wat naar de voetbal kijken. Maar er is geen bar in de buurt van het station dat nogal afgelegen ligt. Ik pols ook even naar de prijs van een camping in de buurt, maar die is abnormaal overprijsd. Een betaalbare slaapplaats vind ik hier ook al niet. Ik rijd dan maar een tiental kilometer verderop naar Upper Hut in de hoop dat er daar wel een bar is vlakbij het station. En ik heb geluk! Een groot sportcafé op nog geen 100 meter van het station. Ik installeer mij daar voor een uur of vier met wat biertjes en eten en laat wat kledij drogen bij de haard. Voila zo gaat dat ook.


Fietsen op een natte snelweg door druk verkeer. Ik heb deze foto op een breder stuk genomen waar er een pechstrook was. In de bocht zie je dat deze strook weer heel smal wordt en ik gevaarlijk dicht tegen de auto's fiets. Het is fietsen met dichtgeknepen billen...

Om 18u neem ik de oubollige trein naar Masterton. Blijkbaar had ik mijn bagage op voorhand van de fiets moeten nemen, maar dat wist ik niet. De treinbegeleidster wil dat ik mijn fiets zelf in de goederenwagon hijs, meer dan een halve meter boven het perron. Ik moet me serieus forceren om dat gevaarte zo hoog op te tillen helemaal alleen, maar het lukt. Gezond kan het wel niet zijn... Tegen 20u ben ik eindelijk in Masterton waar ik op een goedkope camping een cabin heb geboekt. Oef, ik ben met veel problemen dan toch uit Wellington geraakt en ben weer op weg met een herstelde fiets. Ik ben er klaar voor!

De nummertjes uit de jaren negentig van de poppy band 'Ocean Colour Scene' zijn heel bruikbaar voor dit bericht, want ze hebben er zowel eentje over een boot als over een trein, dus bij deze:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten