woensdag 28 april 2010

Bicycle Diaries Day 52-54: Caples Track en nasleep...

Op tijd uit de veren want ik moet nog 35 km liften naar 'The Divide' (waar de Caples Track start) en er is niet veel verkeer in die richting in de voormiddag, aangezien er niemand in Milford woont en de meeste mensen dagjestoeristen zijn die pas later op de dag terugkeren. Het is te hopen dat ik snel een lift vind, want op het eerste stuk van de 'Caples' kan en mag je je tent niet opzetten. De eerste hut en plaats om te kamperen is op 8 tot 9 uur stappen van The Divide. Ik zou dus best om 10u beginnen stappen als ik op safe wil spelen en voor het donker aan een slaapplaats komen. Maar om 10u sta ik nog steeds in Milford te liften, al een uur lang ondertussen. Er zijn al redelijk wat auto's met lege achterbank gepasseerd, maar niemand wil me meenemen. Tijd voor actie! Ik stap terug naar de lodge en maak een papier met 'The Divide please' op. Als de mensen zien dat ze me maar voor een kort stukje moeten meenemen en niet voor de volle 120km tot Te Anau zijn ze misschien sneller geneigd om me mee te nemen. En het mag gaan gebeuren want het begint te regenen. En inderdaad, vijf minuten later heb ik al een lift van een Duits koppel in een campervan. Het zijn alweer de Duitsers die me meenemen. Het is al 11u30 wanneer ik aan de track kan beginnen. Ik zal het tempo hoog moeten houden.


Aan het begin van de Caples, kort voor de klim


Een redelijk diep moerassig stuk net voor de start. Dit vereiste wat acrobatie en het betere springwerk


Dat belooft voor het vervolg van de route

Het leuke aan de Caples Track is dat het geen 'Great Walk' is, dus: minder mensen, geen bruggen over kleinere rivieren, een ruwer en moeilijker pad, kortom, avontuurlijker en uitdagender. Je loopt ook meer in dichte bossen en hebt dus iets minder zichten dan op de Routeburn, maar het blijft indrukwekkend, en het avontuurlijke pad vind ik geweldig. Het eerste stuk is heel moeilijk, met een steile klim die je niet meer gewoon kan stappen, maar je moet op veel stukken daadwerkelijk klimmen. Je moet je meermaals optrekken aan boomwortels of over rotsen klauteren. Heel vermoeiend en moeilijk met een zware rugzak, maar zo heb ik het graag en het is een hele uitdaging. Het regent de hele dag en dat maakt het glad en gevaarlijk. Ik glijd enkele keren weg en val plat op de rug. Gelukkig heb ik een rugzak op.



Dit zijn is een van de stukken waar je moet klimmen via boomwortels, niet altijd eenvoudig...


... en dat is er aan te zien


Eindelijk is de top in zicht na een urenlange klim



Contentement op de top, het was een hele uitdaging om met een zware rugzak zo lang te klimmen




Zichten vanop de top, waar je plots uit het bos bent en in grasland met vele vennen

De klim duurt een paar uur en is zwaar, maar het lijkt wel alsof ik niet moe word en de rugzak niet voel. Ik blijf maar gaan. Ik voel me heel sterk, de conditie is nog nooit zo goed geweest denk ik. Het gevoel dat ik had toen ik de top bereikte na deze inspanning was overweldigend. Helemaal alleen op de top in de wilde natuur, prachtig! Even rusten en drinken en dan meteen voortmaken om de lange afdaling aan te vatten. Ik kom de hele dag niemand tegen, ik ben helemaal alleen op dit stuk van het pad, wat het geheel iets unieks geeft. Dit is waar ik het voor doe. En op het einde wordt het spannend. Het is al 17u en ik ben nog steeds niet aan de Upper Caples Hut waar ik wil blijven slapen. Het wordt een prangertje. En het pad is heel onduidelijk. Ik loop door een bos en moet constant in de verte kijken voor een aanduiding van het pad op de bomen. Het is soms echt zoeken, en dit wil je niet in het donker doen, dan loop je binnen de kortste keren verloren. Een kamperen hier is redelijk moeilijk, gezien de steiltegraad en kamperen onder bomen bij dit weer is ook niet aan te raden. Blijven gaan dus en hopen dat ik binnen het uur aan de hut ben.


De afdaling loopt de hele tijd naast de Caples rivier






Beeldjes tijdens de afdaling. Let op het oranje teken tegen de boom. Die moet je constant zoeken en ze zijn niet altijd makkelijk te vinden in een dicht bos, want er loopt geen duidelijk pad


Eindelijk, bijna aan de Upper Caples Hut, net op tijd voor het donker


En dan zie ik plots de hut voor me opdoemen, en ik heb nog 45 minuten voor het donker wordt, mooi getimed zou ik zeggen :-) Ik heb het traject in 6,5 uur afgelegd, niet slecht. De hut staat in een open plek in het bos en er staan een zestal tenten in de buurt opgezet. Waar komen die plots vandaan? Het blijkt een school te zijn die enkele dagen op uitstap is om 'outdoortechnieken' aan te leren. Ze hebben vandaag het eerste gemakkelijke stuk van de Caples gedaan, en morgen doen ze de moeilijke klim en afdaling. Zij moeten dus het hele steile stuk dat ik geklommen heb als afdaling doen, iets dat me heel gevaarlijk lijkt bij regen.De leraren denken dat het niet te moeilijk is en niet te lang duurt. Ik heb ze toch maar gewaarschuwd om het niet te onderschatten want er lopen een paar gasten tussen die ik het niet meteen zie doen.

Er zitten ook drie jagers in de hut, die daar enkele dagen verblijven. Eén van hen had een ree geschoten vandaag. Het zijn vriendelijke en goedlachse kerels waar ik 's avonds toch even mee kan praten. Het is iets speciaals in zo'n hut. Er is geen licht of elektriciteit en geen kookvuren, enkel een kraan met koud water en een kachel. Het is best gezellig, vooral omdat het buiten pijpestelen regent.

De volgende morgen wil ik niet te vroeg vertrekken want het is maar een dikke vier uur meer stappen tot het einde van de track, en ik word daar maar om 16u opgepikt. Het regent de hele morgen en ik blijf nog een tijdje in de hut bij de drie jagers, want heb geen zin om daar aan het einde van de track op mijn eentje te zitten wachten. De tweede dag is niet meer zo spectaculair als de eerste maar levert nog enkele plaatjes op:






Naar het einde van de track gaat het pad nog over een mooie gorge


Ergens heel ver hier vandaan, waar paddestoelen huisjes staan...


Een kikkertje op het pad

Ik ben om half vier aan de parking op het einde van het pad en moet dus nog een half uurtje wachten. Ik had gisteren voor ik uit Milford vertrok nog een mailtje gestuurd naar het bedrijf in Queenstown dat vervoer regelt naar begin en eind van de Caples Track om me om 16u op te pikken, dus ik ben er vrij gerust in. Om half vijf is die rust al weg en begin ik te beseffen dat er niemand zal opdagen. Ik heb op dat uur maar twee auto's zien vertrekken van de parking, twee gemiste liften dus. En het ziet er niet naar uit dat er nog veel auto's zullen toekomen of vertrekken. Glenorchy ligt op 30 km en op die baan is er maar één plaats waar ik kan blijven slapen of een lift vragen, een lodge op 12 km van de parking. Dat is dus nog een paar uur stappen, dus ik kan beter vertrekken en hopen dat er een auto passeert onderweg.

En als het fout loopt, loopt het fout. Er passeert geen enkele auto gedurende meer dan twee uur. Ik loop ook bijna een uur in het donker en moet daarbij nog enkele riviertjes doorkruisen, wat niet al te gemakkelijk is in het donker. Nog eens een extra onverwacht avontuur, maar eentje dat doorweegt na een zware trektocht. De voeten en benen beginnen toch wat pijn te doen, maar ik stap er door en loop zelfs af en toe. Die lodge blijft maar weg, hoe ver kan die nog liggen? Ik blijf het tempo houden en tegen 19u zie ik eindelijk een ligt tussen de bomen. Oef, ik begon al te denken om mijn tentje ergens in het bos op te slaan. In de lodge werken er maar twee mensen deze tijd van het jaar en een lift kunnen ze me nu niet geven want ze moeten in het restaurant werken. Dan blijf ik maar een nacht daar slapen en probeer ik morgen naar Glenorchy te geraken voor mijn fiets.

's Avonds speel ik een spelletje met een paar Britten en een Ier, best geestig. Ik eet ook de rest van mijn voedselvoorraad op: 400gr pasta met kaassaus. Niet echt speciaal, maar het is snel binnen. Wat een honger. De volgende ochtend voel ik de benen en het is slecht weer. Ik voel er niet veel voor om op de fiets te kruipen en ik heb ook geen haast om naar Queenstown te gaan, dus ik beslis om nog een dagje in de Kinloch lodge te blijven. Het ligt in een mooie omgeving, het is er rustig, er is een gezellige lounge met veel DVD's en er is goed internet om aan de blog te werken. Ik weet dus al wat ik vandaag ga doen en de benen hebben wel een rustdag verdiend. Ik heb wel geen eten meer, maar ik zal mezelf dan eens trakteren op een goeie maaltijd in het restaurant.

Een nummertje ter ere van de steile klim, en ook omdat het een goed nummer blijft:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten