Mount Taranaki is een slapende vulkaan. Je ziet van ver de krater op de top. Het is een kale berg, toch de bovenste 1500 meter. Hij doet een beetje denken aan de Mont Ventoux. Een vulkaan beklimmen met de fiets, ik denk niet dat ik dit al gedaan heb... Maar eerst een dagje rusten in de stilte van de ecolodge. Zoals de naam het al zegt is het doel van deze lodge om heel ecologisch te zijn: alle elektriciteit wordt opgewekt via windenergie of zonnepanelen, het water wordt gerecycleerd, sanitair afval gecomposteerd, zonneboilers gebruikt voor het warme water,... Als voormalig ingenieur moest ik hier wel een nachtje verblijven. De eigenaars tonen dat je ook op een ecologische manier voor luxe kan zorgen. Zo is er een jacuzzi op houtpellets, een drijvend bad in het meer en een buitenbad aan mijn huisje. Het huis is eigenlijk een 'share room' voor 4 personen, maar aangezien ik voorlopig de enige gast ben beschouw ik het als mijn privé-huis. De enige activiteiten die vandaag op het programma staan zijn schrijven voor de blog, liggen en boodschappen doen. De laatste taak brengt toch alweer 20km op de fietsteller, en dan rij ik nog naar het dichtsbijzijnde kleine winkeltje. En Kent Road levert me weer het nodige klimwerk. Na de tweede beklimming van deze weg begin ik er al een lichte haat voor te kweken. Als je weg rijdt van de ecolodge haal je gemiddeld 38 km/u, bij het terugkeren zakt dat naar 14km/u, zelfs zonder bagage. Er is dus een niet te verwaarlozen hellingsgraad, ook al valt dat niet meteen op met het blote oog. Door boodschappen te doen onderhoudt ik de conditie en de spieren soepel voor de volgende dag, de dag waarop de Mount Taranaki er moet aan geloven.
Het buitendbad met boiler
Egmont Village, waar kinderen echte venten zijn!! (bekijk foto in het groot)
9 maart, een zonnige dinsdag en het is zover. De Mount Taranaki staat op het menu. Het plan is de klim van Egmont Village naar het informatiecentrum North Egmont met de fiets te doen. Een klim van 16km lang en North Egmont ligt op 936m hoogte, Egmont Village op 180m, dus 750 meter hoogteverschil. Ter vergelijking, de Mont Ventoux is 1622m klimmen over 22,7km, dus das wel wat straffer natuurlijk maar dit kan ook al tellen. De Mount Taranaki is zo'n 2500 meter hoog en er loopt van North Egmont, waar de baan stopt, een wandelpad naar de top. De wandeling naar de top wordt beschreven als een dagtrek: het duurt 8 tot 10 uur voor de tocht heen en terug. Om de top te bereiken moet ik een nieuw soort duathlon doen: fietsen en hiken. Bij het fietsen sleur ik dus enkele fietstassen mee met mijn stapschoenen in: een kleine 4kg. Eén ding is zeker: ik zal op tijd moeten vertrekken wil ik de top bereiken.
Er zijn veel wandelpaden op Mount Taranaki, maar het pad naar de top steekt er toch boven uit met zijn 8-10 uur
Maar 's morgens doen al mijn spieren nog pijn van de voorbije fietsdagen, ze doen nog meer pijn dan op de rustdag. Ik voel me heel moe en geraak niet uit bed. Ik denk er aan om de beklimming misschien nog een dag uit te stellen, maar tegen de middag sta ik toch vertrekkensklaar, want wat moet ik anders de hele dag doen. Ik vlieg Kent Road af naar Egmont Village, de start van de klim. Ik vlieg er meteen in.
Even wat energie bijvullen voor de klim
De eerste 9 km van de klim zijn lopend met afwisselend vals plat en kan ik een goed tempo aanhouden.Het gaat vlot, maar het zwaartepunt ligt in de laatste 7 km waar het steiler wordt met regelmatig enkele hele steile stukken. Het voordeel is dat dit steile stuk volledig in een bos ligt en je dus uit de wind en de zon zit. Aanvankelijk gaat het vlot, maar de laatste 4 km krijg ik het moeilijker. Ik denk eigenlijk constant om even af te stappen en te rusten, maar toch doe ik het niet om één of andere reden, ik laat het mezelf niet toe om op te geven... De laatste kilometer is echt hel, want dat informatiecentrum komt maar niet in zicht. En dan plots, achter een bocht, ben ik er. Bijna niemand te zien op de parking dus ruimte voor een klein vuistje: deel één van het plan is geslaagd, en in een redelijk goede tijd van 1u15min.
Shoeswapping
En dan volgt de trekking naar de top. Iets eten, andere schoenen aan, wat info vragen en weg. Het is al bijna half drie wanneer ik aan de hike kan beginnen. Dat wil zeggen dat ik de wandeltocht in plaats van in 8-10 uur in een vijftal uur moet doen, wil ik met de fiets voor het donker (iets na 20 uur) terug in de lodge zijn. Dat wordt moeilijk, maar ik begin er toch aan. Op een hoogte van 1500 meter staat er een radiotoren en een hutje. Daar stoppen de meeste wandelaars en nemen een alternatief pad naar beneden. Het pad naar die hoogte is vrij kort, maar heel steil en ik zit al drie kwartier voor op het voorgeschreven schema. Het is dus misschien nog mogelijk. Het valt me op dat er heel weinig mensen op de Mount Taranaki zijn, ik ben slechts 6 wandelaars op hun terugweg tegengekomen en geen enkele voor mij te zien.
Het eerste stuk van het pad is soms onmenselijk steil
Je hebt prachtige uitzichten en kan perfect zien welke weg je al hebt afgelegd
De radio-antenne en lodge op 1500m hoogte. Hier ben ik er al voorbij
Ik zet de weg naar de top verder maar merk al snel waarom de tijden om de top te bereiken zo hoog worden gezet. Het pad blijft steil, maar het loopt over losliggende stenen en is meer klimwerk dan stappen. Je ziet ook geen pad meer maar moet je oriënteren op oranje stokken die in de stenen zitten. Je slipt voortdurend weg op die stenen en ik begin te twijfelen of het wel een goed idee is om door te gaan.Op deze manier zal ik het zeker niet op vijf uur kunnen doen en zelfs nog op de berg zitten wanneer het donker wordt. Bovendien ben ik alleen, dus als er iets met me gebeurt of ik sla mijn voet om zit ik vast want er is niemand op komst en niemand te zien op het pad van de top. Ik ga toch nog even door om te zien hoe vlot het klimt, maar mijn verstand haalt het uitendelijk toch van mijn geestdrift om de top te halen. Op een hoogte van 1600 meter draai ik me om en keer terug naar de radiotoren. Het was de juiste beslissing want die 100 meter dalen op die losliggende stenen is niet evident en ik verdraai de enkel al tweemaal, gelukkig zonder gevolgen.
Bij het zien van dit bord aan de radio-antenne voelde ik al nattigheid
Er is geen echt pad meer, je moet van paal tot paal zelf de beste weg zoeken
Vanaf de radiotoren neem ik wel een alternatief pad dat voor een stuk rond de berg loopt zodat ik wat andere delen van de berg zie. Het is een smal pad, maar met mooie zichten en compleet andere vegetatie dan tevoren Zeker de moeite, maar er heerst toch een kleine teleurstelling dat ik de top niet gehaald heb, maar het is mijn eigen schuld, te laat vertrokken door te twijfelen.
Op een bepaald moment komt het pad uit op een bergkam
Voorturend mooie zichten op de top
Duidelijk zichtbaar langs waar vroeger de lavastromen zich een weg naar beneden baanden
Op een bepaalde hoogte loopt het pad in een woud dat constant va vegetatie verandert
Uiteindelijk weer 50km gefietst en daarbij nog meer dan 10 km gestapt Niet slecht toch. De laatste 7 km fietsen naar de lodge werken weer op mijn systeem
Tijdens de drie dagen in de ecolodge waren dit mijn voornaamste sociale contacten en gesprekspartners. Het hondje had me wel graag en kwam regelmatig op bezoek, mijn enige vriend in die dagen maar een aandachtige luisteraar
Een dag later voel ik weer de benen en blijf dus nog een dagje langer in de ecolodge, even bekomen voor ik weer begin te fietsen. Ik doe op die dag werkelijk niks buiten liggen, zitten, lezen, wat tv kijken en met Stéphanie chatten, altijd een leuke bezigheid. Ik wil ook een bad nemen in het buitenbad, lekker in het zonnetje, maar uit de warmwaterkraan komt enkel bruinzwart water en ik zet dan maar mijn joker in. Het is misschien eens tijd om de leidingen van de zonneboiler te kuisen....
Vuil bruin water komt er uit de warmwaterkraan. Geen bad voor mij
Mijn nieuwe vriend vindt mijn reisblog best wel interessant
vrijdag 19 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten