vrijdag 19 maart 2010

Bicycle Diaries Day 5: Te Kuiti - Mokau

Er is een groot voordeel aan een lange steile klim op het einde van de dag: een vliegende start de volgende ochtend! De afdaling naar Te Kuiti kost me welgeteld 2 minuten en ik neem al meteen een eerste pauze, want ik heb nog niet ontbeten wegens gebrek aan voedsel in mijn bagage. Ik koop één van die lekkere 'meatpies' en een chocoladecake, een stevig ontbijt dus. Tijdens het ontbijt heb ik een lange babbel met een oudere heer aan een picnictafel in een klein park, en even later zelfs meyt een Braziliaan. In Europa zou ik dit niet snel gebeuren, zeker niet die spontane en oprecht geinteresseerde gesprekken met de lokale bevolking. Als je in België wordt aangesproken probeert 90% van de mensen zich meteen uit de voeten te maken, want dit is verdacht! Ik merk dat het al na elf uur is, dus ik moet mijn gesprekspartners achterlaten indien ik nog ergens wil geraken vandaag.

De weg gaat zachtjes op en neer voor de eerste kilometers, maar niks onoverkomelijk. Ik zit met mijn gedachten al bij kilometer 35, waar volgens de Duitse toeristen die ik gisteren ontmoette lekkere ijs met vers fruit wordt verkocht. Dat wordt mijn eerste stop, ik ben al aan het watertanden en maak tempo.


Een merkwaardig fenomeen: ik trek altijd de aandacht van de koeien, vermoedelijk door de fluorescerende zakken. Ze komen zelfs steeds naar mij toegelopen als ik voorbijrijd

Het ijshuis ligt net voor Piopio en je kan het niet missen. De Duitsers hadden niet gelogen! Ze smijten verse aardbeien in de softijsmachine en die worden rechtstreeks in het ijs gemixt. Verrukkelijk!


Ice cream, de perfecte snack

Ik zet de weg voort, maar bij het binnenrijden van Piopio (wat een naam voor een dorp) zie ik een grote menigte op het lokale bowlingveld. Verwar dit bowlen niet met het bowlen dat wij kennen: geen zware bal die tien kegels omver moet werpen, maar wel de Engelse variant van petanque waarbij de ballen worden gerold in plaats van gesmeten. Het is eigenlijk een sport voor oude mensen, maar het intrigeert me wel omdat die ballen altijd in een boog worden gerold. Hoe steken ze dat effect daar toch op? Ik neem een paar foto's en word al snel aangesproken:'You can come closer, if you want. Do you want to try it?'. Daar kan ik geen neen tegen zeggen, want zo kan ik het geheim van de boogballen misschien ontrafelen.



Mijn kwieke tegenstanders in actie

De voorzitter van het lokale team legt me het spel uit en toont de techniek en meteen is het mysterie opgelost. Het gewicht is niet evenredig verdeeld over de bal, de ene kant is zwaarder. Je moet de zware kant aan de binnekant houden en dan schuin naast de witte doelbal rollen zodat je bal op het einde zal afbuigen door het grotere gewicht aan de binnenkant. Aha, zo zit dat! Mijn tegenstanders zijn enkele 70-jarigen maar ik verlies grandioos. Het lukt wel meteen om de juiste richting te krijgen, alleen ben ik veel te forsig en gaan al mijn ballen te ver. Maar het is wel een leuke ervaring, vooral omdat die mensen weer zo lief en open zijn. Weeral een nieuwe sport die ik heb geprobeerd en van mijn onbestaand lijstje kan schrappen. Nog enkele sfeerbeelden:


Ik mag eens proberen bowlen in mijn prachtige outfit


Mijn tegenstander speelt op veilig, je weet maar nooit waar ze die ballen naartoe smijten

Het is ondertussen al bijna drie uur en ik moet nog bijna 50km fietsen. Tijd om een versnelling hoger te schakelen. En dat lukt aardig, tot ik in een gorge terechtkom. Prachtige zichten maar heel veel klimwerk en dat weegt met al die bagage. Gelukkig wordt dat wat verzacht door het genot van de omgeving. Tijd voor wat kiekjes, denk ik dan.






Net na dit zware stuk kom ik voor het eerst een andere fietser met bagage tegen die uit de andere richting kont. We stoppen even voor een korte babbel en lichten elkaar in over het parcours dat nog komt. We hebben allebei nog een zware klim voor de boeg en zien daar tegenop. Maar er is geen keus, want waar we nu zitten is er niks.

De laatste 10 kilometer zie ik af, ook al is het voornamelijk vlak, maar de knie begint weer op te spelen. Toch is er ook positief nieuws, want de pijn treedt elke dag later op. Dat duidt toch op enige verbetering! Mokau is een badplaats maar een echt gat, het stelt niks voor, nog geen 100 huizen denk ik, maar de stranden en uitzichten zijn heel mooi. Ik vind meteen de enige backpackers die er in dit dorpje is. Deze backpackers is erg lovend over zichzelf in de BBH-gids, maar ik vind hem er nogal verwaarloosd uitzien. Na vijf keer aanbellen en op de deur kloppen komt de buurvrouw me vertellen dat de backpackers al enkele maanden gesloten is. Dat verklaart veel! Maar waar moet ik nu slapen? Gelukkig baat de lokale winkel/restaurant/café/tankstation ook een kampeerterrein uit achter de winkel. Daar kan ik mijn tentje opzetten.


De laatste kilometers rij je in een vallei en zijn vlak met mooie uitzichten

Eigenlijk een mooie plaats om te kamperen, zo vlak bij de zwarte zandstranden. Van in Mokau heb ik ook al een eerste zicht op mijn doel dat ik voor ogen had: Mount Taranaki. Aan de andere kant van de baai zie je deze reusachtige puist oprijzen, ietwat verscholen achter een lichte mist. Indrukkwekkend. Ik zie al liggen waar ik morgen naartoe wil rijden. Het geeft me moed, en ik heb al zin in de Mount Taranaki, overmorgen moet hij eraan!



In mijn klein 1-persoonstentje is er nauwelijks plaats voor al mijn bagage


Mijn eerste vergezicht op de Mount Taranaki vanuit Mokau



The black beaches

Om af te sluiten een leuk nummertje voor mijn bowlingvriendjes, ook al kan je deze senioren niet echt skinheads noemen. Maar wel een ietwat vergeten supernummertje!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten