De man van het ijssalon had me gisteren gewaarschuwd dat me een zware beklimming te wachten stond net na Mokau. Ik vertrek dus al met zware benen. Gelukkig heb ik een goeie nachtrust achter de rug in mijn tentje en is de knie weer beter na een massage met Voltarem. Ik ben er fysiek klaar voor, maar ik zie toch al op tegen de klim. Elke dag zoveel klimmen met al die bagage, wetende hoe zwaar dit is voor de benen, kruipt na een tijdje in je hoofd. Je hoopt al eens op een lang vlak stuk, liefst met de wind in de rug :-)
Mooie kustzichten in het eerste stuk van de rit
Na 10km heb ik nog steeds geen zware klim gehad en ik zie de Mount Taranaki steeds dichter schuiven. Ik maak mezelf al wijs dat de ijscoventer zich vergist zal hebben en waarschijnlijk de klim in de canyon net voor Mokau bedoelde. Plots zwiept de baan weg van de kust en gaat landinwaarts, waar de grotere heuvels liggen. Ik voel de bui al hangen, figuurlijk natuurlijk, want er is geen wolkje aan de lucht. Wat in het begin lijkt op een lichte helling in een bocht loopt uit op een klim van meer dan 4km met enkele steile stukken. Het is soms harken en dansen op de fiets, maar ik geraak boven, mede dankzij de stimulerende toejuichingen van voorbijrijdende chauffeurs. Wat een gevoel als ik bovenkom, beetje fier op mezelf dat ik ben blijven doorrijden en niet afstapte. En met de knie valt het nog steeds mee.
Ik hou me steeds netjes aan de opgelegde snelheidslimieten, al moet ik me soms inhouden! In de achtergrond zie je het begin van de lange klim
Daar ligt de Mount Taranaki, hij komt dichter met elke trap
Op een helling meer of minder kijken we niet meer. Soms zie je ze van ver al mooi liggen en lijken ze kort, maar vaak lopen ze langer door dan je denkt
Na die klim is het terrein redelijk vlak en goed om tempo te rijden. Maar ik kom geen enkele winkel of café tegen om eens bij te tanken. Na 50km is er eindelijk verlossing, en wat voor één: een kleine brouwerij met een gezellig tuinterras. Ik mag eerst hun vier verschillende biersoorten proeven en kies uiteindelijk voor de donkere ale. Lekker! Ik zit alleen aan een grote tafel maar word al snel omsingeld door een grote groep volkswagenliefhebbers die op hun zondagse uitstap zijn. Ik mag mijn verhaal nog eens doen. Ik ben aan de praat geraakt en drink dus nog een tweede biertje, want het is dorstig weer! Het smaakt naar meer, maar ik moet door, het is nog zo'n 35km dacht ik...
De Mike zijn brouwerij
Een frisse donkere Mike's Ale doet deugd na 50 km zweten
De volkswagenmeute
De weg naar New Plynouth omvat slechts enkele kleine hellingen maar de kniepijn komt weer op rond kilometer 80. Ik ben bijna in New Plymouth en de lodge die ik gereserveerd heb, The Ecolodge, ligt dicht bij New Plymouth volgens de backpackersgids. Ik koop snel een brood, denkende dat het maar maximaal 5 km meer is en dat dat geen probleem is om te fietsen met een brood aan het stuur. Wist ik veel wat me nog te wachten stond.
Ondanks het vele afzien is het toch altijd genieten van de omgeving waarin je rijdt
Ik rij New Plymouth buiten in de richting van Egmont Village. Het is wind op kop, en veel bergop rijden. Ik begin er wat door te zitten en mijn drank is ook bijna op. Egmont Village komt maar niet in zicht. Na bijna 15km zie ik eindelijk een pijl voor The Ecolodge. Ik ben aan Kent Road, de straat waarin de lodge ligt. Ik ben er bijna, zou een normaal mens dan denken, en ik beschouw me nog altijd als normaal. Ik ging wel al niet te snel meer vooruit, gemiddeld 12km/u denk ik, en als ik die weg indraai is het alsof ik plots helemaal parkeer. Ik rij nog maximaal 9km/u, zelfs op stukken die bergaf lijken te gaan. En Kent Road lijkt eindeloos. Ik moet in nummer 435 zijn. Hoe ver kan dat nog zijn? Ik sterf echt bijna op mijn fiets. Ik zie dat ik al meer dan 100km heb gereden vandaag. Daar had ik niet op gerekend! Ik ben helemaal leeg, en nu beginnen allebei mijn knieën pijn te doen. 'Wat is dat hier toch!', roep ik gefrustreerd in het ijle. Bestaat die lodge wel?
Ik denk wel een twintigtal keer aan afstappen en die mensen te bellen om me te komen halen. Waarom ga ik ook zo traag, zelfs op stukken bergaf. Is er iets aan mijn fiets, sleept mijn rem? Niks te zien. Merkwaardig. Net voor zonsondergang, rond 8 uur bereik ik eindelijk The Ecolodge. Als ik aankom is de receptie al gesloten en er hangt een briefje voor 'the bicycleman'. Als dat niet voor mij bedoeld is weet ik het ook niet meer. Ik zit blijkbaar in een gebouwtje apart, 100 meter verder. Lap, nog wat verder. Ik sleep me naar het huisje en leg me af voor een uur. Kapot, tranen in de ogen van de pijn en volledig leeg, beter kan ik het niet omschrijven. Kent road bleek 7,5km lang te zijn, dat was niet op het kaartje aangeduid. Bovendien ligt het al op de aanloop van een flank van de Mount Taranaki, waardoor het dus de hele tijd bergop is, ook al lijkt het soms bergaf. Optisch bedrog dat in het hoofd en de benen kruipt.
Bicycle Diaries weergeven op een grotere kaart
Op dag 5 iets meer dan 80 km afgelegd, op dag 6 rij ik 105 km omwille van enkele omwegen onderweg en in New Plymouth die niet op de kaart staan.
Ik zit alleen in dit huisje en heb niks meer om te drinken. Ik weet ook niet of het gerecycleerde kraantjeswater in zo'n ecolodge drinkbaar is, dus ik gebruik mijn waterzuiveringstabletjes om toch iets te kunnen drinken en fiks me een maaltijd met alle restjes die ik nog heb, want ik was niet van plan om nog eens 20km naar New Plymouth te fietsen om extra boodschappen te doen. Ik leg me in de zetel en kom er niet meer uit voor een twaalftal uur. De knieën insmeren met Voltarem. Ik denk niet dat ik morgen de Mount Taranaki ga bedwingen, een rustdag lijkt me meer op zijn plaats, want ik ben redelijk diep gegaan...
vrijdag 19 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten