Snel alles uit de tent halen en vluchten in de pub. Ik breek de tent snel af in de regen en laat ze in een schuurtje naast de pub drogen. En dan is het wachten tot de regen wat mindert. Om 13u kan ik eindelijk vertrekken. Er is nog steeds wind, maar de regen lijkt voor een tijdje over te zijn. Er is niks, maar dan ook werkelijk op de weg naar St-Arnaud, geen enkele dorpje of winkeltje waar je eens kan stoppen, enkel een paar boerderijen. Hopelijk kom ik dus niet in de problemen.
Het onweer geeft wel mooie zichten
Ik ben nog maar net aan het fietsen en het is al prijs: het begint weer te regenen, en even later zit ik in een echte stortbui voor meer dan een half uur. Ik heb mijn cape aangedaan, maar de schoenen en broek zijn doornat. Ik stop niet, blijven rijden om warm te blijven. Zo zal alles ook sneller drogen. Maar de wind waait hard en uit de verkeerde richting. Ik weet niet hoe snel ik rijd, want mijn fietscomputer laat het afweten door de regen, maar ik vermoed dat ik niet sneller dan 12km/u rijd. En maar stampen. Mijn knieën doen van in het begin pijn en het wordt erger met elke trap. Maar er is niet veel keus, ik moet wel door. Tot overmaat van ramp merk ik dat mijn water ben vergeten bijvullen in de pub. Het enige wat ik nog heb om te drinken is een klutsje sportdrank. Ik moet doorzetten tot kilometer 35, daar is een camping.
Tussen de buien door maak ik gebruik van een piepende zon om kousen en schoenen wat te laten drogen op een vangrail
Na drie uur ploeteren bereik ik die camping. In mijn reisgids staat dat er water, toilet en een tafel is. Juij, een tafel, nu is alles opgelost! Met de watervoorziening bedoelden ze dat je water van de rivier moet nemen, maar door de hevige regenval is de rivier heel wild en bruin door de vele modder. Geen drinkwater hier dus. Er zijn ook geen andere kampeerders te zien, volledig verlaten. Dan maar verder tot St-Arnaud zonder water. En in de verte zie ik onrustwekkende wolken mijn richting uitkomen. De bergtoppen naast de weg zitten in de wolken en het ziet er naar uit dat het daar hevig regent. Even later is het prijs, alweer een stortbui. Mijn gedroogde sokken moeten er weer aan geloven. Zo kom ik in totaal in drie hevige buien terecht.
Het dreigende onweer in de verte
In de laatste 10 kilometer ligt er nog een zware klim, waar ik mijn knieën volledig op stuk rijdt. Als ik om 19u aankom in St-Arnaud ben ik eigenlijk niet echt moe, maar ik ben kapot van de kniepijn. Ik kan zelfs niet meer pijnloos stappen. Tijd voor een rustdag dus, en een ontstekingsremmer.
Wanneer ik in St-Arnaud aankom heb ik net meer dan 1000km gefietst in Nieuw-Zeeland. Toeval? St-Arnaud ligt in de bergen en is de uitvalsbasis voor bezoeken aan Nelson Lakes National Park. Het oorspronkelijk plan was om hier een dagtrek te doen, maar door de kniepijn pas ik hier beter voor. Ik ga echt rusten op mijn rustdag, het is nodig. Er is echter niks te doen in St-Arnaud en tegen de middag kan ik me al niet meer houden. Bergschoenen aan, rugzak maken en vertrekken voor een korte hike. De grote toer langs een bergflank doe ik evenwel niet, dat zou anders mijn reis wel eens hypothekeren. In plaats daarvan combineer ik drie kortere wandelingen langs het Rotoiti meer en door het woud en dat loonde toch ook al de moeite. Enkele beeldjes:
Nog eentje van de roadmuziek, want Eva heeft toch zo een prachtige nummers en dit is een van mijn favorieten: 'Ooooh ik voel me als een oude zwerver!'