De Routeburn, mijn eerste grote trektocht. Eindelijk! De goesting is er! Trekking wordt hier 'tramping' genoemd. Toen ik dat woord de eerste keer las dacht ik dat het iets anders betekende (een hoerenkotentocht of iets dergelijks :-) ). De Routeburn is één van de 10 Great Walks van Nieuw-Zeeland. Deze zijn heel populair bij wandelaars, vooral in het hoogseizoen. Het seizoen loopt van november tot eind april, alhoewel het in de overgangsmaanden al veel minder is, velen haken af door het koudere weer. Het aantal mensen dat per dag op de track wordt toegelaten is beperkt om de impact van de mens op de natuurpracht te beperken. Ze doen dit door vrij kamperen langs de track te verbieden. Er zijn op de Routeburn maar twee kampeerterreinen met elk plaats voor een vijfiental tenten. Daarnaast zijn er nog 4 hutten van verschillende grootte langs de Routeburn. Daarin kan je een bed reserveren. Meestal zijn die hutten niet voorzien van elektriciteit en kookbenodigdheden, al is dat bij de Great Walks soms wel het geval. In de basishutten zijn er meestel enkel bedden, tafels en koud water. Tot eind april betaal je 45 euro voor een bed in een hut, en 15 euro voor een kampeerplaats. Daarna dalen de prijzen aanzienlijk. Ik ben dus net te vroeg en kies uiteraard voor de kampeerplaats, avontuurlijker en goedkoper, een mooie combinatie.
Profiel met overnachtmogelijkheden van Routeburn Track
In de verte zie je het landschap dat vanuit 'Paradise' gebruikt werd voor vele films
De eerste kampeerplaats is al na minder dan twee uur stappen, en daarna is het een grote afstand tot de volgende kampeerplaats. Ik wil de eerste dag dus niet te vroeg vertrekken of ik zit daar de hele dag te koekeloeren en begin daarom maar op de middag met liften. Ik moet liften want het is nog 28 km van Glenorchy tot de start van de track. Er is ook een bus, maar dat kost 35$.Het duurt niet al te lang of ik heb al een lift tot halverwege de baan met een Duits koppel in een minivan. En vijf minuten later word ik opgepikt door een groepje Fransen. Het liften ging vlotter dan verwacht, maar ik had dan ook mijn liefste gezicht opgezet...
Twee keer liften om tot de start van de Routeburn te geraken. Het ging nog vrij vlot
Het eerste stuk van de Routeburn kende ik al een beetje door de canyoning. Je moet vanaf het begin tot de eerste kampeerplaats bijna constant bergop stappen, het niet overdreven steil. Het is niet al te lang stappen, maar de eerste dag is toch moeilijk door de zware rugzak. Ik moet er nog wat aan wennen. De tweede dag ging het al veel beter, ik ben de rugzak al gewoon, voel hem zelfs bijna niet meer. Ik kan op een goed tempo stappen en passeer regelmatig andere 'trampers'. Er zijn gelukkig niet al te veel andere wandelaars op de Routeburn, aamgezien het al het einde van het seizoen is. Op de kampeergrond staan maar drie tenten, de mijne inbegrepen. Er zit wel wat meer volk in de hutten, maar deze zitten zelfs niet halfvol. De meeste wandelaars hebben het moeilijk op de steile stukken bergop, en dat zijn net mijn favoriete stukken en ik ga een stuk sneller dan de meeste anderen. Ik vergeet natuurlijk onderweg niet te geneten van het adembenemende landschap, op sommig momenten is het als in een film of een sprookje. Het is alsof ik Frodo ben op een queeste, maar ik ben uiteraard net iets groter dan Frodo :-)
De eerste klim op de routeburn
Ik heb er zin in! De eerste brug en ik voel me goed
Het pad is niet te onderschatten, je loopt tenslotte in de bergen
Een van de vele swingbridges
Mijn tentje opgezet tegen een idyllische achtergrond
Potje koken 's avonds
Het is met volle teugen genieten ook al zijn de eerste twee uur van de tweede dag heel zwaar met een lange steile klim. Maar het deert me niet, de omgeving is mooi en eens het steile stuk voorbij: amai! Er is op de tweede dag wel dichte mist, net nadat we het hoogste punt van de route hebben bereikt. Jammer, twee uur lang is er dus niks te zien, ik loop gewoon in de wolken. Doorstappen dan maar en ik haal de ene na de andere groep in, en laat ze meteen ook ter plekke. Ik wandel niet graag in groep, gaat altijd te traag en staan veel stil om te wachten. Ik moet mijn eigen tempo stappen en ga graag eens diep op de moeilijkere stukken.
Zichten tijdens de klim op dag 2 van de Routeburn
Het pad is bij momenten heel steil, maar op de Great Walks voorzien ze dan soms hulpmiddelen
De vallei waarin je loopt op weg het hoogste punt van de track is onnoemelijk mooi, ik kijk mijn ogen uit en kan niet stoppen met foto's nemen
Vlak voor de top stap je naast een meer omgeven door hoge wanden, alweer om je ogen uit te kijken
Op Harris Saddle, de top van de Routeburn (1255m)
Net voorbij de top komen plots de wolken op
Tussen de wolken door zie ik toch eens een besneeuwde top
Wanneer ik begin te dalen stap ik geleidelijk uit de dichte wolken en ontrafelt zich een mooi zicht op Lake McKenzie
Pad tijdens de afdaling naar Lake McKenzie loopt door regenwoud
Aan Lake Mckenzie is het de volgende dag helder en kan je mooie plaatjes trekken!
Ook de tweede nacht staan we met de drie zelfde tenten op het kampeerterrein, al zijn de kampeerplaatsen rotslecht: ze hebben een soort groene matten gelegd waar de tenten mogen staan. Je krijgt je haringen bijna niet door de matten, en daaronder zit het vol keien, dus de haringen houden bijna niet. Mijn tent staat dus helemaal niet stevig, de anderen hebben hetzelfde probleem. Ze kwamen mij zelfs om raad vragen, maar ik kon niet echt helpen. Gewoon de tent zo goed mogelijk recht proberen krijgen en hopen dat het niet te hard waait vannacht, dat was mijn raad. In één van de twee tenten zit een wat ouder koppel uit de buurt van Christchurch. We hebben tijdens de hele tocht af en toe wat gesprekjes gehad, en op het eind krijg ik alweer een aanbieding tot een gratis slaapplaats. Ik moet daar nog passeren dus ik ga met veel plezier in op de uitnodiging. Het ziet er naar uit dat mijn tocht door het tweede deel van het Zuidereiland wat goedkoper zal worden, met al drie gratis slaapplaatsen. Er zijn hier toch ongelooflijk veel vriendelijke mensen in NZ!
De laatste dag is het weer op en af, nog enkele uurtjes wandelen naar het einde van de Routeburn, een uitkijkpunt 'The Divide' genaamd. Daar ga ik weer proberen liften om tot in Milford Sound te geraken, 35 km verderop. Maar als ik aan 'The Divide' kom, stopt de dagelijkse bus daar net. Er zit niemand op om naar Milford Sound te gaan. Wanneer ik de prijs naga bij de chaffeur, vraagt hij maar 20$ (i.e. 10 euro voor degenen die niet vertrouwd zijn met de munteenheid in NZ) ipv de gebruikelijke 35$. Dat is een goeie prijs en ik spring op de bus. Het is een voordeel dat ik er alleen op zit want ik heb een goed gesprek met de chauffeur en kom ook veel aan de weet op deze manier. Het is een vriendelijke man en hij geeft me heel wat tips. Handig! Ik ben op deze manier al vroeg in Milford Sound en kan dus nog een namiddagje van de fjorduitzichten genieten...
Bergzichten op de laatste dag, waarbij je net boven de wolken loopt hetgeen het plaatje nog mooier maakt
Vele watervallen op de laatste dag Routeburn, de ene nog mooier dan de andere
De muziek bij dit bericht bestaat uit drie nummers, allen van de magnifieke debuut-cd van Badly Drawn Boy, genaamd 'Hour of the Bewilderbeast'. Het is alsof de nummers op die CD zijn gemaakt als soundtrack voor deze trektocht, alvast de titels toch, want ik heb gekampeerd naast een rivier, voorbij verschillende rockslides gelopen en je moet verschillende rivieren oversteken, soms zonder brug, dus erin vallen gebeurt hier wel regelmatig. De muziek klinkt soms als van een soundtrack En het zijn stuk voor stuk schone nummertjes, dus veel luisterplezier. Er staat ook nog een nummer op die CD met de prachtige titel 'Pissing in the wind'. Dit zou op sommige tochten ook wel eens van toepassing kunnen zijn :-) Voor de nieuwsgierigen: http://www.youtube.com/watch?v=qj44stHz49g
woensdag 28 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten