Het zat er al een tijdje aan te komen, maar in Bariloche was het zover: een confrontatie met de Israeli's! Na de goeie ervaringen met het hostel in Mendoza waar ik veel mensen leerde kennen, vooral dankzij het gratis gezamenlijke avondeten, beslis ik om in Bariloche naar een hostel van dezelfde keten te gaan. Een mooi hostel, dat zeker, maar sommige van de gasten werken op mijn systeem.
De eerste nacht loopt het al meteen fout. Ik zit op een kamer met 6 en mijn kamergenoten zijn vier vriendelijke fransen die ik al snel leer kennen, en een oudere sympathieke Argentijn. Dit gaat meteen goed denk ik. Maar midden in de nacht word ik wakker door onze luidruchtige buren. Een beetje lawaai van wat mensen die op stap zijn geweest ben ik ondertussen al gewoon na negen maand leven in hostels. Dat beschouw ik ondertussen al als gewoon, maar deze keer slaat het alles. De zes mensen in de kamer naast ons komen al zingend en roepend thuis. Ach ja, kan gebeuren, het zal wel snel stoppen nu ze op hun kamer zijn. Het volume neemt echter niet af, integendeel. Ze voeren geen gesprekken op normaal volume, maar roepen eerder tegen elkaar. Af en toe begint er eentje luid te zingen en slaan ze keihard op de muren. Wat steken die gasten uit?!
Na een tijdje roept een van de Fransen dat ze stil moeten zijn en klopt eens op de muur. Het wordt even stil, maar slechts voor enkele seconden. Daarna worden ze nog luider dan tevoren. Dit is onvoorstelbaar, hoe onbeleefd, asociaal en onattent kan je zijn. Het is drie uur 's nachts! Ik hoor iedereen in onze kamer draaien en keren, sommige vloeken binnensmonds. Ik ben dus niet de enige die wakker ligt en zich ergert. Hoe kan het ook anders. De hele verdieping moet ondertussen wakker zijn. Normaal laat ik het aan mij voorbijgaan en is er altijd wel iemand die opstaat en op de deur van de lawaaimakers gaat kloppen om ze aan te manen om stil te zijn. Maar niet deze keer, niemand staat op, iedereen ondergaat het maar, ook al is er niemand die nog kan slapen.
Een half uur gaat voorbij zonder dat hun lawaai afneemt. Ze irriteren me mateloos. Ik hoor Hebreeuws: Israeli's dus. Ik had het kunnen denken, die houden nooit rekening met andere gasten. Alweer een slechte ervaring met hen en deze keer is de emmer vol. Dit is niet van mijn gewoonte, maar genoeg is genoeg! Ik sta op en ga op hun deur kloppen. Geen flauw idee wat ik ga doen of zeggen wanneer ze de deur openen, maar ik ben het gewoon kotsbeu. Geen angst en licht kokend sta ik voor hun deur. Ik wil deze gasten echt eens op hun plaats zetten.
Een eerste keer kloppen, even stil in de kamer en gefluister, maar al snel flakkert lawaai weer op. Ik klop opnieuw en weer hetzelfde scenario en zo gaat het nog een paar keer verder. Wat is er fout met die gasten, begrijpen ze echt niet dat ze moeten ophouden! Na enkele keren kloppen zonder dat ze openen, zeg ik dan dat ze moeten zwijgen want dat ze het hele hostel wakker houden. Eindelijk antwoord, echter in de vorm van stoere klap en verwijten vanachter hun gesloten deur. Stoer, met zessen naar mij roepen maar te laf om de deur te openen.
'If you have something to say, then open the door so we can talk face to face like normal people', zeg ik, want ik apprecieer hun reactie allerminst. Uiteraard openen ze de deur niet maar ze blijven wel schelden. Lafaards. Zijn dit de ex-militairen van Israel?
'Okay, if that's your reaction, fine by me. I'm going to the reception to make a complaint'. Dit is waarschijnlijk de enig manier om ze stil te krijgen, want het vragen heeft blijkbaar geen enkele zin. Ik hoop ook stilletjes dat ze morgen uit het hostel worden gezet, bende eikels. Hun reactie is nog wat meer gescheld. Ik heb evenwel niet veel geluk, want de nachtreceptionist is een broekventje en blijkbaar is hij al op de hoogte de luidruchtige kamer, maar durft hij er niet echt iets aan te doen. Ik vraag hem dan maar rechtuit om mee naar boven te gaan en de deur te openen om met hen te praten. Aarzelend gaat hij mee. Ik voel een lach opkomen, want de onzekerheid staat op zijn gezicht te lezen. Knullig probeert hij de deur te openen maar hun sleutel zit aan de binnenkant in het slot, dus het lukt niet. Ze blijven maar lawaai maken maar hij durft zelfs niet op hun deur te kloppen. Uiteindelijk klopt hij eens lichtjes, hetgeen uiteraard niks uitdoet. Hij klopt nog een keer, nu wat luider. Ze zwijgen even en dan zegt hij dat hij van de receptie is en ze moeten zwijgen. Ondertussen zijn enkele van mijn kamergenoten er al bij komen staan om ook hun beklag bij de receptionist te doen. We horen de Israeli's weer wat fluisteren en daarna zwijgen ze eindelijk. Een uur heeft het geduurd. Ik hoop echt dat het hostel hen morgen met hun klikken en klakken buitensmijt. Ik wil hier niet verder over uitwijden, maar de Israeli's verbleven de volgende ochtend nog in het hostel en bovendien werden er nog twee meer op mijn kamer gesmeten. Typisch, want het hostel denkt alleen aan geld verdienen. Ik verander dan zelf maar van hostel, want enkele vrienden uit Mendoza verblijven iets verderop in dezelfde straat.
Mijn kamergenoten waren blij dat er iemand actie had ondernomen en de rust terugkeerde. De volgende dag leer ik de Argentijnse man wat beter kennen. Blijkbaar verbleef hij in het hostel omdat hij wat huwelijksproblemen had en hij was blij dat ik vannacht actie had ondernomen, want hij was heel slechtgezind en stond stilaan op ontploffen. 's Avonds gaan we samen iets drinken. Daar laat ik terloops vallen dat ik zijn T-shirt van de Ruta 40 heel mooi vind en hij wil het me meteen cadeau doen. Hij was me dankbaar voor actie te ondernemen en vooral om naar hem te luisteren om zijn hart eens even te luchten. Ik vond dat helemaal niet nodig, dat was met plezier gedaan. De volgende ochtend is hij al vroeg weg uit het hostel, terug naar huis om de brokken te lijmen. Wanneer ik opsta vind ik wel een verrassing op mijn rugzak: zijn T-shirt! Typisch, Argentijnen zijn een heel vriendelijk volk! Hij kon het gewoon niet laten! En ik moet zeggen: ik ben wel heel blij met mijn nieuwe T-shirt. Danke Julio!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten