Ik bereid me 's ochtends mentaal voor op een zware dag want wil in één keer de 110km naar Nelson afleggen. Na de eerste golvende 60km wachten me twee zware beklimmingen. Een moeilijke dag dus. Mijn mentale voorbereiding stelt evenwel niet veel voor, want ik sta zoals steeds redelijk laat op, waardoor ik me al moet haasten, vliegensvlug wat bokes naar binnen smijt en onopgewarmd (zoals altijd :-) ) op mijn fiets spring. Maar ik heb geen schrik, want mijn benen voelen goed, de conditie zit snor!
Maar na 20km loopt het al fout: mijn eerste lekke band. Aiai, toch niet vandaag, net nu ik deze lange rit gepland heb. Veel tijd mag ik niet verliezen als ik in Nelson wil zijn voor het duister intreedt. Ik zet me aan de kant van de weg op de graskant en begin mijn band te plakken. Al snel heb ik enkele tientallen toeschouwers achter me staan die me nauwlettend op de vingers kijken. Ze zeggen niet veel, al is er af en toe eentje die me op wat boegeroep trakteert. Niet echt vriendelijk Ik kijk om en denk: 'Ach, gij domme koe, kunt ge het zelf beter!'. Het aantal toeschouwers neemt zienderogen toe, wat een kuddebeesten zijn die ramptoeristen toch. Maar geen van hen die ook maar een poot uitsteekt! Ze staan daar gewoon wat te melken. Hoe onbeschoft! Ze willen niks missen en doen hun behoefte gewoon ter plekke, ik hoor ze gewoon plassen. Ongehoord! Na een half uur is de band geplakt en ben ik klaar om verder te fietsen. Ik kijk de toeschouwers nog even in de ogen. Hun boegeroep escaleert. Ach, ze weten niet beter, zo dom als het achterste van een koe.
Nieuwsgierigheid troef bij de omstaanders
Ik ben alweer op weg en probeer het tempo hoog te houden, er is nog niks verloren, ik kan het nog steeds halen. Maar na 40km is het alweer prijs! Dezelfde band loopt weer lek. Merde, er moet nog iets in de buitenband gezeten hebben dat ik bij mijn inspectie heb gemist. De baan is hier echter smal en loopt langs een steile bergwand, geen plaats om de band te vervangen. Het is nog 3km naar een het volgende dorpje met de bevallige naam: Canvastown. Ik besluit om met mijn fiets tot daar te stappen en hopelijk is er een pub of iets dergelijks waar ik op mijn gemak mijn band kan inspecteren.
Welcome to Canvastown! Al is het woord 'town' toch wel lichtjes overdreven
Canvastown is een 'one-horse town' en bestaat uit welgeteld één pub/hotel en enkele huizen. Meer moet dat niet zijn. Het is zondagnamiddag en the locals zitten de pub. Ik zet me op het zonnige terras met een biertje en begin aan de tweede bandplakkeruj van de dag. Ik heb opnieuw enkele toeschouwers, dit keer van het menselijke soort, allen van de leeftijdscategorie 50-60. Ze overstelpen me met vragen en opmerkingen van het verwachte caféniveau, een mij niet onbekende dialoogsoort en ik meng me moeiteloos onder hen. Na een intens onderzoek van de buitenband vind ik de boosdoener: een miniscuul stukje metaaldraad heeft zich een weg gebaand door mijn band en prikte kleine gaatjes in de binnenband. Na anderhalf en twee pinten is alles hersteld, maar Nelson kan ik wel op mijn buik schrijven nu. Ik besluit om in het hotel in Canvastown te blijven, want er is niks meer in de 60km tussen Canvastown en Nelson.
Ik drink nog enkele biertjes met de lokale bevolking van Canvastown. Ze beschikken over hun eigenste Frieda Van Wijck en Walter Zinzen. Maar rond 17u druipen de meesten al af, ze zaten er volgens mij ook al een tijdje. De dag zit er al op. Wat nu? Ach ja, ik heb al zoveel avonden alleen doorgebracht dat het routine wordt. Ik heb tenminste nog eens op café gezeten...
maandag 19 juli 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten